Minister niet akkoord met langere btw-teruggaaftermijn voor niet-EU btw-plichtigen

Een btw-plichtige die niet in de EU-gevestigd is, maar op zijn beroepsaankopen Belgische btw oploopt kan die btw terugvragen.

Minister niet akkoord met langere btw-teruggaaftermijn voor niet-EU btw-plichtigen

Een btw-plichtige die niet in de EU-gevestigd is, maar op zijn beroepsaankopen Belgische btw oploopt kan die btw terugvragen. Voor de teruggaaf is immers niet vereist dat de betrokkene in België of in de EU moet gevestigd zijn. Het verzoek tot teruggaaf moet binnen een bepaalde termijn ingesteld zijn, maar Europa laat die termijn door iedere EU-lidstaat zelf bepalen. In België zijn de teruggaafmodaliteiten vastgesteld in het uitvoerings-KB nr. 4. Het bepaalt dat de aanvraag tot teruggaaf ingediend moet worden uiterlijk op 30 september van het kalenderjaar volgend op het tijdvak waarop het teruggaafverzoek betrekking heeft.

Volgens o.m. Hof van Beroep dd. 3 december 2019 verjaart de vordering tot teruggaaf pas na het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op dat waarin de oorzaak van teruggaaf van de btw zich heeft voorgedaan. Volgens het hof is het uitvoerings-KB nr. 4 dat voorziet in een kortere termijn dus strijdig met de verjaringstermijn van drie jaar. De minister van Financiën heeft echter te kennen gegeven zich niet neer te leggen bij de visie van het Hof en mogelijks cassatieberoep in te stellen. Van zodra hier meer nieuws over gekend is, brengt ons kantoor u hiervan op de hoogte.