Wetsontwerp toekenning Belgisch kadastraal inkomen aan buitenlands onroerend goed

Een particulier die zijn tweede verblijf in België niet verhuurt, of verhuurt aan een natuurlijke persoon die het niet beroepsmatig gebruikt, wordt privé belast op basis van het kadastraal inkomen (KI).

Wetsontwerp toekenning Belgisch kadastraal inkomen aan buitenlands onroerend goed

Een particulier die zijn tweede verblijf in België niet verhuurt, of verhuurt aan een natuurlijke persoon die het niet beroepsmatig gebruikt, wordt privé belast op basis van het kadastraal inkomen (KI). Voor buitenlands onroerend goed moet echter de werkelijk ontvangen huur (verhuur) of huurwaarde (niet verhuurd) min de buitenlandse belasting op het pand opgegeven worden. Nadat onze overheid door Europa op de vingers werd getikt voor deze fiscale ongelijkheid, aanvaardde de Administratie eerder al dat voor die huurwaarde een beroep kan gedaan worden op de in het buitenland vastgestelde fictieve huurwaarde, zoals de Franse ‘valeur locative brute’. Is er die niet, dan aanvaardt sommige rechtspraak dat 22,5% van de brutohuur(waarde) aangegeven wordt (Luik 28.06.2017).

De ongelijkheid blijft echter bestaan vermits er o.m. voor buitenlands vastgoed geen verschil is tussen verhuring aan particulieren en beroepsgebruikers. In december 2020 heeft de Ministerraad een wetsontwerp gelanceerd waarbij aan buitenlands onroerend goed een Belgisch KI toegekend wordt. Om dit KI te bepalen zouden alle eigenaars van buitenlands vastgoed een vragenlijst moeten invullen waarbij zij o.m. de normale verkoopswaarde ervan moeten meedelen. Bedoeling is om tegen maart 2022 alles in orde te hebben waardoor in de aangifte personenbelasting inkomstenjaar 2021/aanslagjaar 2022 het KI van het buitenlands vastgoed zou moeten vermeld worden.